Wat is de betekenis van berucht?

2024-12-04
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-12-04
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

berucht

berucht - Bijvoeglijk naamwoord 1. om slechte redenen bekend staand, gevreesd Mijn buurman is berucht in het hele dorp.

2024-12-04
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

berucht

berucht - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-rucht 1. bekend door iets vervelends of slechts ♢ hij is berucht vanwege zijn agressieve gedrag Bijvoeglijk naamwoord: be-rucht ... is beruchter dan ... ...

2024-12-04
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Berucht

adj., birucht, raer forneamd, skean forneamd.

2024-12-04
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-12-04
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Berucht

bn. bw. (-er, -st), bekend om een ongunstige eigenschap: hij was berucht wegens zijn wreedheid; hij is daarvoor berucht; absol.: te slechter naam en faam bekend: een berucht persoon; de beruchte Heydrich; schandaal wekkend: een berucht proces.

2024-12-04
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

berucht

bn. (ten kwade bekend): berucht wegens, om; zich berucht maken; een beruchte dief.

2024-12-04
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

berucht

(bə'rucht) bn. en bw. (-er, -st) 1. slecht befaamd : een rover ; om, wegens iets ; zich maken door... Syn. →: befaamd. 2. opzienbarend : een proces.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-12-04
Levende taal verklarend woordenboek

T. Pluim (1921)

Berucht

komt van rucht en dit staat in verband met roepen (Hoogduitsch rufen)) de ƒ gaat voor t vaak in ch over: gracht voor graft (van graven), gekocht voor gekoft (volkstaal). Rucht is derhalve: roep (vgl. gerucht). Berucht wil dus zeggen: in een roep staan; thans met ongunstige bet., maar vroeger ook in „goeden roep”; bijv.: „Een...