berucht
...
Wiktionary (2019)
berucht - Bijvoeglijk naamwoord 1. om slechte redenen bekend staand, gevreesd ♢ Mijn buurman is berucht in het hele dorp.
Muiswerk Educatief (2017)
berucht - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-rucht 1. bekend door iets vervelends of slechts ♢ hij is berucht vanwege zijn agressieve gedrag Bijvoeglijk naamwoord: be-rucht ... is beruchter dan ... ...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), bekend om een ongunstige eigenschap: hij was berucht wegens zijn wreedheid; hij is daarvoor berucht; absol.: te slechter naam en faam bekend: een berucht persoon; de beruchte Heydrich; schandaal wekkend: een berucht proces.
Jozef Verschueren (1930)
(bə'rucht) bn. en bw. (-er, -st) 1. slecht befaamd : een rover ; om, wegens iets ; zich maken door... Syn. →: befaamd. 2. opzienbarend : een proces.
T. Pluim (1921)
komt van rucht en dit staat in verband met roepen (Hoogduitsch rufen)) de ƒ gaat voor t vaak in ch over: gracht voor graft (van graven), gekocht voor gekoft (volkstaal). Rucht is derhalve: roep (vgl. gerucht). Berucht wil dus zeggen: in een roep staan; thans met ongunstige bet., maar vroeger ook in „goeden roep”; bijv.: „Een...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: