(fluïd-bedverbranding), verbrandingsmethode waarbij fijnverdeelde vaste brandstof in zwevende toestand wordt verbrand in een ketel. In een wervelbedketel worden voor het opwekken van warmte gebroken steenkooldeeltjes continu toegevoerd aan een door lucht opgewervelde laag van kalkdeeltjes.
De steenkooldeeltjes worden verbrand, terwijl het grootste deel van de daarbij ontstane zwaveldioxide gebonden wordt aan de kalkdeeltjes. De verbrandingswarmte wordt afgegeven aan de ketelpijpen, terwijl de kalkdeeltjes met de as afgevoerd worden. De wervelbedketels hebben een verbrandingsrendement van 88 — 95 %, terwijl ook de warmteoverdracht naar de ketelpijpen maximaal is (tot vijfmaal die van een gewone ketel) door de grote warmtecapaciteit van de zwevende vaste korrels. Door de relatief lage temperatuur in de ketel is de afgifte van stikstofoxiden gering. Wervelbedverbranding werkt minder luchtvervuilend dan andere verbrandingsmethoden.