Gepubliceerd op 01-12-2020

pluimstijging

betekenis & definitie

verschijnsel dat een geëmitteerde stroom afvalgassen tot (ver) boven het emissiepunt (schoorsteenmond) uitstijgt. Normaal verspreidt de geëmitteerde stof zich niet alleen omhoog, maar ook opzij en naar beneden.

Pluimstijging kan het gevolg zijn van hoge uittredingssnelheid of van lage soortelijk massa van de geëmitteerde gassen. Dit laatste kan het geval zijn als deze gassen een hogere temperatuur hebben dan de omgevende lucht (thermische lift).De grootte van de pluimstijging is afhankelijk van de snelheid van menging van de pluim met de omgevingslucht, waarbij de windsnelheid een grote rol speelt. Geringere stijging bij hogere windsnelheid. In ieder geval moeten de gassen met zo’n hoge snelheid uitgestoten worden, dat zij voldoende vrijkomen van de schoorsteenmond. Door hoge windsnelheid wordt nl. achter de schoorsteen een onderdruk gecreëerd. Bij onvoldoende uitstootsnelheid wordt de pluim dan in dit onderdrukgebied gezogen (downdraught). Dit is de reden waarom vele schoorstenen aan de buitenzijde bij de top zwart zijn.

In de stabiele atmosfeer (inversie) kan een warme pluim kort na verlaten van de schoorsteenmond neerslaan, doordat in een dergelijke atmosfeer juist pluimdaling optreedt, als de temperatuur van de uitgestoten dampen of gassen hoger is dan die van de omgevende lucht. De hoogte boven de grond waarop de gemiddelde pluimbaan horizontaal gaat verlopen, noemt men de effectieve bronhoogte.

< >