aanduiding voor alle activiteiten die betrekking hebben op de opsporing, de winning en de afvoer van de op en onder de zeebodem aanwezige minerale grondstoffen, m.n. aardolie en aardgas.
De off-shore-industrie richt zich, gezien de stand van de techniek, nog op de vloeibare en gasvormige grondstoffen die in de continentale platten aanwezig zijn (die tot in zeedieptes tot 200 m aanwezig zijn en daar kunnen worden gewonnen). Voor de winning van vaste grondstoffen, zoals mangaanknollen, die op grotere dieptes op de zeebodem aanwezig zijn, bestaan nog geen op economisch-technische schaal beproefde methodieken, terwijl ook de juridische aspecten nog niet duidelijk geformuleerd zijn. Voor de off-shoreboringen zijn naast booreilanden ook speciale sleepen bevoorradingsschepen nodig en na voltooiing van de boringen zijn ook speciale winnings- en opslagfaciliteiten ter plaatse nodig, waarvan de constructie tot de taken van de off-shore-industrie behoort. Off-shore-activiteiten veroorzaken gewoonlijk niet veel milieuproblemen, maar een ongeluk kan zich gemakkelijk ontwikkelen tot een milieuramp. Bij een spuiter of leidingbreuk kan ontsnappende olie zich nl. over grote oppervlakten verspreiden, terwijl het repareren of dichten van het lek onder zeer moeilijke omstandigheden moet gebeuren. Voorbeeld van een milieuramp veroorzaakt door off-shore-activiteiten zijn de Ixtoc-spuiter in de Golf van Mexico (→ olieramp) en het lek in een produktieplatform in de Perzische Golf, waardoor deze zee is verontreinigd en de drinkwater- en voedselvoorziening van de staten rondom de Perzische Golf in gevaar is gekomen. (Overigens was dit lek niet het gevolg van een ongeluk, maar van oorlogshandelingen.)
