eiwit dat door een menselijke of dierlijke cel wordt geproduceerd als deze wordt geïnfecteerd door een virus. Het maakt deel uit van het immuunsysteem van het lichaam.
Interferon kan uit menselijke of dierlijke cellen worden gewonnen. In het begin van de jaren tachtig is het gelukt om d.m.v. genetische manipulatie met recombinantDNA-technieken bacteriën, zoals Escherichia coli, Bacillus subtitis en Saccharomyces cerevisiae, menselijke interferon te laten maken. Hiermee komen deze eiwitten in grotere hoeveelheden ter beschikking, waardoor de eigenschappen veel uitgebreider en diepgaander kunnen worden bestudeerd dan voor die tijd mogelijk was. Dit is o.m. belangrijk omdat er aanwijzingen zijn dat interferon op grotere schaal als geneesmiddel kan worden gebruikt (voorkomen van virusinfecties). De rol van interferon bij de behandeling van kanker is nog onduidelijk.