Gepubliceerd op 01-12-2020

aquatisch

betekenis & definitie

behorend tot het water als leefmilieu (staat tegenover terrestrisch, op het land). Waterorganismen hebben aanpassingen aan het milieu waarin zij leven.

De waterplanten missen b.v. huidmondjes en hebben geen of slechts een heel dunne waslaag (cuticula), waardoorheen nutriënten vanuit het water naar binnen kunnen diffunderen. Landplanten hebben juist een vrij dikke cuticula, met huidmondjes die hen tegen uitdrogen beschermen. Waterorganismen hebben vaak veel minder steunweefsels dan landorganismen, omdat het water zelf al steun verschaft. Waterdieren hebben meestal een spoelvorm, waardoor de weerstand in het water bij verplaatsingen laag is.In aquatische ecosystemen wordt de primaire produktie verzorgd door het fytoplankton, groen- of blauwwieren, behalve bij oevervegetaties en in ondiepe wateren. De laag waarin de fotosynthese plaatsvindt, is zelden meer dan enkele meters dik. Dieper in het water, waar weinig licht doordringt, kunnen slechts heterotrofe organismen leven. Bij een overbelasting van het systeem met organisch materiaal dat afgebroken wordt, kan in de zomer in de diepere lagen zuurstofgebrek ontstaan, waardoor de aanwezige organismen doodgaan en vervangen worden door anaërobe organismen. Aquatische ecosystemen zijn erg gevoelig voor temperatuurveranderingen, doordat de temperatuurtolerantie van veel waterorganismen maar klein is. Ook de zuurstofconcentratie in het water, die mede van de temperatuur afhankelijk is, is van groot belang. → water, → zee.