dit instrument, waarmee de kromming van de cornea in verschillende richtingen kan worden gemeten, werd uitgevonden door de Parijse oogarts Louis Émile Javal (1839-1907). In de oogheelkundige praktijk wordt het apparaat gebruikt ter bepaling van het astigmatisme van het hoornvlies.
Javal, van huis uit mijningenieur, promoveerde in 1868 in Parijs op een proefschrift over scheelzien. Aanvankelijk werkte hij in Berlijn bij de vermaarde oogarts Albrecht von Graefe (1828-’70). Na von Graefe’s overlijden en mede door het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (1870) keerde hij naar Parijs terug. In 1878 werd Javal directeur van het door de Sorbonne gestichte laboratorium voor oogheelkunde. Zijn These ie Paris breidde hij in 1896 uit tot de beroemde Mantiel du Strabismus. Door dit werk beschouwt men hem met recht als de grondlegger van de oefenbehandeling van het strabisme. In het hoofdstuk over deze behandeling noemt hij de door hem ontworpen occlusieklep (louchette) ‘notre Principal auxiliaire dans le traitement du strabismus’ (Rintelen).
Door een ernstig glaucoom moest hij in 1890 zijn directoraat van het oogheelkundig laboratorium neerleggen. Eenmaal blind geworden bleef hij wetenschappelijk actief en construeerde hij onder meer een schrijfapparaat voor blinden.
Gepubliceerd op 17-06-2020
oftalmometer van Javal
betekenis & definitie