Wat is de betekenis van verteren?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verteren

(verteerde, heeft en is verteerd), I. overg. 1. (de opgenomen spijzen) in de daarvoor bestemde organen verwerken, verduwen, ontbinden in haar bestanddelen: mijn maag kan die spijs niet verteren ; men leeft niet van hetgeen men eet, maar van het geen men verteert; 2. verorberen, opeten : alle levensmiddelen waren verteerd ; 3...

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verteren

verteren - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-te-ren 1. alles ervan gebruiken ♢ hij heeft maar weinig verteerd tijdens de vakantie 1. al verteren doet begeren (TB) [als je veel geld uitgeeft, verl...

2025-07-27
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Verteren

Verteren - 'verteren van een heuvel, etappe, obstakel': een geleverde inspanning te boven komen. Fr. avaler (un obstacle). Zij verteerden moeiteloos de Kapelberg en Kwaremont... - De Morgen 28.3.1989 ​

2025-07-27
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

verteren

(ov ww; verteerde; h. verteerd) - aankunnen, verwerken, herstellen van een geleverde (zware) inspanning, bv. een lastige beklimming, een onder barre weersomstandigheden verreden klassieker, een wielerronde van drie weken. • In zeventig kilometer moesten de slaven van de weg maar liefst vijfentwintig stroken met kasseien verteren. (AMELK) • Van Moo...

2025-07-27
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

verteren

De verwensing verteer! wordt gebruikt als verwensing om boosheid, woede en andere frustraties uit te drukken. De imperatief heeft dezelfde functie en betekenis als o.a. verrek!, verroest!, verrot! zie barsten, kippenkoorts, krijgen, neerlazeren, opdonderen, stikken, verrotten.

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verteren

v., fortarre; (verbruiken), (op)tarre; kunnen(van eten), ginne; feestelijk —, formâlkje; door de mot verteerd worden, formotsje.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verteren

verteerde, h. (1, 2), i. (3) verteerd (1 verduwen, verbruiken; 2 doen vergaan; 3 vergaan): 1. zijn maag kan geen komkommers verteren, verdragen; dat verteert niet goed, is niet goed te verteren; ook: hij verteert goed; de pot verteren, opmaken; 2. de vlammen verteren het gebouw; roest verteert het ijzer; 3. hout verteert; hij verteert van jaloezie.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verteren

(Vər'te:rən) (verteerde, verteerd) I. (heeft) 1. opeten, verorberen, verbruiken. 2. uitgeven aan gelag enz. : veel geld -. → geld, long. Syn. → doorbrengen. 3. aan inkomen krijgen : hij heeft f 100 ’s weeks te -. 4. opmaken : de pot op een plezierreis -. 5. a. Algm. vernielen, verwoesten : een -d vuur. b. Inz. door vuur ve...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Verteren

(verteerde, heeft en is verteerd), 1. voedsel in het lichaam verwerken; (bij uitbreiding) genieten: die kost is niet te verteren; (ook fig.) dat boek is niet te verteren; 2. verorberen, opeten; 3. voor een maaltijd of maaltijden uitgeven: hij had in het restaurant (voor) veel geld verteerd; (algemeen) geld uitgeven: veel geld verteren; de pot ver...