Wat is de betekenis van Oude?

m. en v. (-n), 1. (niet gewoon) oude man of vrouw ; 2. (gemeenz.) vader, baas, (in ’t bijz.) kapitein : ik zal het de oude vragen ; 3. de Ouden, de volken der oudheid, inz. de Grieken en Romeinen.

Oude is in 1847 voor het eerst aangetroffen, in de uitdrukking een oude nemen voor 'een ouderwetse, stevige borrel drinken'. Sinds het begin van deze eeuw wordt oude gebruikt voor 'oude jenever'. Die naam ontstond als verkorting uit oude klare of oude jenever. Oude klare is in 1899 voor het eerst gevonden, en in 1900 door Henri Hartog gebruikt in S...

m Uit Aut: Autet: Avutet, een vleivorm van Ave.

1 m. en v. -n (bejaarde; bij uitbr. vader; scheepst. schipper, kapitein; ook: directeur, bestuurder): spreekw. zie piepen; de ouden, Grieken en Romeinen; zie ouwe; ik ben weer de oude, zoals ik vroeger was; 2 o.: alles bij het oude laten, niets veranderen; 3 v. (Z.-N., vero. ouderdom).

(-n) oude persoon nl. 1. m. en v. oude man, vrouw: zoals de -n zongen, piepen de jongen, wat de ouden (goed) deden, doen de jongen (gebrekkig) na. 2. m. Gemz. vader, baas, kapitein: vraag het de -. 3. Ouden, de volken van de Oudheid inz. de klassieke nl. de Grieken en Romeinen.

Oude - (J. van den), pseudoniem van Carel van Nievelt.

v./m. (—n), (niet gewoon) oude man of vrouw; ouden van dagen, bejaarde personen; de oude van de berg(en), een middeleeuwse schrikfiguur, de sjeik van de Assassijnen; zo de ouden zongen, piepen de jongen; (gemeenz.) vader, baas, m.n. kapitein: ik zal het de oude vragen; vroegere, in de zegsw. weer de oude zijn; de Ouden, de volken van de oud...

Zie Aude.

ook Audh, Aoudc, Oudh gespeld, vroeger een koninkrijk in het noorden van Indië, telde op eene uitgestrektheid van 1122 vierk. mijlen eene bevolking van circa 3 miliioen zielen (waarvan bijna de helft Mahomedanen), en had tot hoofdslad Luknow. Oudtijds vormde O. de kern van het rijk van Kosala met de hoofdstad Ayodbya (vandaar de naam O.), werd...