(Lingala) Congolees Zaïrese dansmuziek, ontstaan in de jaren vijftig van de vorige eeuw, vooral een combinatie van lyrische vocalen en sprankelend en opwindend gitaarspel.
Soukous heeft zich ontwikkeld uit vooral de Cubaanse rumba, die samen met andere ritmes als cha cha cha, merengue en mambo uitermate populair waren in Kinshasa. Vele muzikanten trokken in de jaren zestig naar de zich snel ontwikkelende hoofdstad, waar in de vele bars en disco's wellicht werk te vinden was. Zij namen de muziek van hun eigen regio mee, en die raakte vermengd met de Cubaanse ritmes. Door de 'authenticité'-campagnes van president Mobutu in het begin van de jaren zeventig, waarbij de nadruk gelegd werd op terugkeer naar de traditionele cultuur, raakten oorspronkelijke Congolese ritmes nog meer verweven in de muziek. Wellicht juist door de herkenbare mengeling van di verse genres werd soukous zeer populair over het hele Afrikaanse continent. In 1991 verzonk het toenmalige Zaïre in een ernstige politieke en economische malaise; veel mensen verlieten het land.
Musici waaierden uit over het Afrikaanse continent of gingen naar Parijs. Daar werd door artiesten als Papa Wemba een snellere vorm van soukous ontwikkeld, die ook op de westerse dans vloeren aansloeg. Soukous is nog steeds een van de populairste gen res in Afrika en zeer geliefd bij Afrikanen in de diaspora 7' . Enkele bekende artiesten en groepen zijn Franco et le T.P.O.K. Jazz, Tabu Ley, Kanda Bongo Man, Zaiko Lang Langa, Loketo en Kofi Olo mide. Soukous wordt ook wel Zaïrese of Congolese rumba of kwassa kwassa genoemd.
