Gepubliceerd op 03-03-2017

Shiva

betekenis & definitie

(Sanskriet) Lett. de goedgunstige. Een van de drie aspecten van Brahman, zoals dat is weergegeven in de trimurti, de drie­ eenheid van het hindoeïsme, gevormd door Brahma, Vishnu en Shiva. Shiva is de tegenhanger van Vishnu, de beschermer. Shiva personifieert zowel de vernietiging als de opbouw van het universum. Als vernietiger is hij vaak afgebeeld met een ketting van schedels om, omringd door demonen. Als symbool van herschepper is hij afgebeeld en aanbeden in de vorm van een fallussymbool (lingam).

Shiva wordt ook dansend afgebeeld: de dans symboliseert zowel de vernietiging van de wereld als tegelijkertijd de herschepping ervan door te dansen. Shiva's huidskleur is wit, en hij draagt witte kleding: wit wordt gezien als de eeuwige kleur, al bestaande voor alle andere kleuren. Volgelingen van Shiva zijn vaak te vinden onder de sadhoes, de heilige mannen en vrouwen in India.

< >