Het proces van toenemende grensoverschrijdende activiteiten van bedrijven, het verdwijnen van economische grenzen en de integratie van markten. Globalisering wordt o.a. voorgestaan door de Wereldhandelsorganisatie (wro) en financiële instellingen als het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank.
Deze organisaties hebben als doel de internationale handel te stimuleren. De beste manier om dat te doen is in hun visie door de markteconomie haar gang te laten gaan. Globofoben - tegenstanders van globalisering (zie globofobie) - vrezen dat het de kloof tussen arm en rijk juist zal vergroten. Daardoor zal de stroom migranten/ alleen maar toenemen. Bovendien betekent globalisering een belasting voor het milieu en een culturele verarming, omdat de wereld zal veramerikaniseren.
Overal op de wereld is er verzet tegen demon diale 'tucht van de markt'. Diverse organisaties kwamen in Seattle (1999) massaal in protest tegen globalisering. Na de 'Battle of Seattle waren er later protesten in Praag, Washington en Genua. De 'bijbel van de anti-globalisten is het boek No Logo van Naomi Klein. Voorstanders van globalisering zien echter voordelen: er ontstaat een evenwichtiger arbeidsverdeling waar iedereen van profiteert. Het milieu kan juist baat hebben bij globalisering omdat producten daar worden verbouwd waar dat het meest gunstig is. Bovendien zijn internationale instellingen als de wro nodig: een enkel land kan de internationale economische orde niet beheersen. Juist dit soort instellingen zouden heb ben gezorgd voor verlaging van handelstarieven , waardoor ontwikkelingslanden in staat zijn hun productie te vergroten.