Een superfood is een voedingsmiddel waarvan wordt gezegd dat het een relatief hoog gehalte aan gezonde en/of bioactieve stoffen bevat, zoals vitamines, mineralen en antioxidanten. Hierdoor zouden ze positieve eigenschappen bevatten ten opzichte van andere voedingsmiddelen. De term is echter niet wettelijk gereguleerd of wetenschappelijk onderbouwd.
Omdat er geen officiële definitie is van superfood, geven mensen dit stempel aan uiteenlopende voedingsmiddelen die in samenstelling verschillen. Specifieke superfoods zouden bijvoorbeeld sterke antioxiderende of bloeddrukverlagende eigenschappen hebben. Ze worden over het algemeen rauw gegeten; ze zijn biologisch gekweekt of in het wild gevonden over de hele wereld. De meeste superfoods bevatten voedingstoffen zoals vitamines, mineralen en antioxidanten, die in een gevarieerd dieet gezondheidsbevorderende eigenschappen hebben. Deze stoffen komen ook voor in gewone voedingsmiddelen.
De komst van de term superfood wordt door velen als negatief ervaren. Geclaimde gezondheidseffecten van superfoods zijn over het algemeen niet voldoende wetenschappelijk onderbouwd. Het geven van het etiket superfood aan bepaalde voedingsmiddelen wekt de indruk dat het eten van deze producten alle essentiële voedingstoffen levert die het lichaam nodig heeft, of dat ongezonde voeding met superfoods kan worden gecompenseerd, wat in geen van de gevallen zo is. Tenslotte bevatten sommige producten met het label superfood naast gezonde voedingstoffen, ook voedingsstoffen die minder goed zijn voor de gezondheid, zoals calorieën (noten) of verzadigde vetten (chocola).
Voorbeelden van superfoods zijn gojibessen, cacaobonen, hennepzaad, chia zaad, quinoa en tarwegras. In de Verenigde Staten wordt ook de Nederlandse boerenkool als superfood gezien. Echter wil dat idee in Nederland zelf niet zo aanslaan.
