Marc De Coster

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 10-02-2017

antiquiteit (op twee poten)

betekenis & definitie

ouderwets persoon; iemand die niet met zijn tijd meegaat. Syn.: fossiel*

Er is nu met die bovenaangehaalde lessen van den heer Hack een krachtig protest bedoeld tegen al de eigen lof, brutaliteit, luchthartigheid en grofheid, die in vroeger tijd in den N. G. werden gelaakt, en waarbij lieflijkheden als prul, polichinel, beunhaas, kunstverknoeier, somnambule, charlatan, groenige, vloo, vervelende rijmelaar, antiquiteit op twee beenen, brekebeen, poppetje, ijdeltuitige dame, kathederboefje, walgelijk onoprecht mannetje, kleinzielige, als stopwoordjes schering en inslag waren. (De Groene Amsterdammer, 28/10/1888)