Nederlands romanschrijver (*1965) die grote bekendheid kreeg door zijn eersteling, Ik ook van jou (1992), een vermakelijke roman over een stel Utrechtse studenten wier voornaamste bezigheden drinken, vrijen en feestvieren lijken te zijn.
Zeer komisch is zijn tweede boek, Giph (1993), enerzijds een satire op het Nederlandse schrijverswereldje met o.a. Jeroen Brouwers als slachtoffer, anderzijds een roman over de teloorgang van vriendschap. Verhalen in dezelfde toon en sfeer werden gebundeld in Het feest der liefde (1995).
Zijn derde roman, Phileine zegt sorry (1996), gaat over een Nederlands meisje dat verzeild raakt in de toneelwereld van New York. De korte roman De voorzitter (1999) is een hilarisch verslag van de pogingen van de voorzitter van een derderangsvoetbalclub de eredivisie te halen, waarvoor hij geen enkel middel schuwt. Tegelijk gaat het ook over zijn eigen zakelijke en persoonlijke problemen, die steeds groteskere vormen aannemen. Ik omhels je met duizend armen (2000) lijkt een soort vervolg op Giph. Het is één lange brief van ‘Giph’ aan een niet bij name genoemd persoon (een vriend? de lezer?), waarin dezelfde thema’s als in het vorige boek aan de orde komen.
In deze boeken komen geregeld terzijdes voor waarin Giphart zijn opvattingen over literatuur uiteenzet: die moet niet zwaar en gewichtig zijn maar vrolijk, lekker leesbaar en bedoeld voor een ruim publiek in plaats van voor de ‘kenners’. Niet alle critici zijn hier gelukkig mee: ze verwijten Giphart oppervlakkigheid en vinden de uitvoerige seksscènes banaal en gericht op commercieel gewin. Naar aanleiding van Ik omhels je met duizend armen schreef Max Pam
dat Giphart vastgelopen lijkt te zijn in zijn eigen onderwerp. Op middelbare scholen zal er nog steeds om gelachen worden, maar je voelt dat de schrijver een beetje genoeg begint te krijgen van zijn eigen riedel. Maar de kracht om het over een andere boeg te gooien heeft hij nog niet.