Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

Gepubliceerd op 06-02-2017

magisch realisme

betekenis & definitie

Term die in Nederland en Vlaanderen bekend is geworden door Johan Daisne (1912-1978) en Hubert Lampo (1920), wier romans zich afspelen in een realistische wereld waarin echter af en toe een bovennatuurlijk (lijkend?) voorval plaatsvindt.

De term wordt ook wel gebruikt voor de romans van Zuid-Amerikaanse auteurs als Gabriel García Márquez (1928) en Isabel Allende (1942), waarover ook een zwakke fantastische sfeer hangt. De bekendste magisch-realistische werken van deze vier auteurs zijn resp. De trein der traagheid (1963), De komst van Joachim Stiller (1960), Honderd jaar eenzaamheid (1967) en Het huis met de geesten (1982). Met name Daisne heeft veel getheoretiseerd over het begrip magisch realisme, maar in feite is het min of meer een synoniem voor fantastische literatuur.

De term magisch realisme wordt ook gebruikt voor schilders als Raoul Hynckes (1893-1973), Carel Willink (1900-1983), Pyke Koch (1901-1991) en Dick Ket (1902-1940)., die men kan beschouwen als Nederlandse verwanten van het Franse surrealisme en de Italiaanse stroming van de ‘pittura metafisica’ van o.a. Giorgio de Chirico (1888-1978).