Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

Gepubliceerd op 08-02-2017

Allard Schröder

betekenis & definitie

Nederlands romancier en hoorspelauteur (*1946). Schröder was enige tijd redacteur van het literaire tijdschrift De Revisor. Hij debuteerde in 1989 met de novelle De gave van Luxuria: een groteske.

Zijn doorbraak kwam met de roman De hydrograaf, waarvoor hem in 2002 de AKO-Literatuurprijs werd uitgereikt. Net als in zijn eerdere romans Raaf (1995) en Grover (1999) vereenzelvigt de auteur zich met een ogenschijnlijk weinig spectaculair personage. In deze fictieve biografie is het onderwerp van onderzoek het leven van Graaf Franz von Karsch-Kurwitz uit Pommeren, die zeestromingen meet en in 1945 per ongeluk door een Amerikaanse soldaat werd doodgeschoten.

Ook in Favonius. Een burgerroman (2005) is de titelheld een kleurloos type dat iets hogers nastreeft, maar daarin hopeloos faalt. Het overspel van Favonius’ vrouw is bepalend voor de loop van de gebeurtenissen. Landschappen en weersgesteldheden worden in Schröders impressionistische proza vaak gedetailleerd beschreven, wat hem meestal positieve kritiek opleverde, maar dit boek mist vaart en laat het personage niet tot leven komen.
In maart 2013 werd de roman De dode arm, die door critici zeer positief was ontvangen, tot boek van de week gekozen. Het beschrijft het leven van Ernst Elfenkind, in 1945 geboren, die in 1965 zijn buurmeisje ziet verdrinken in een dode arm van de rivier. Het boek gaat eigenlijk over de tijdgeest, de idealen van de naoorlogse protestgeneratie in de tweede helft van de twintigste eeuw.

Sebastiaans neus (2016), Schröders tiende roman, gaat over Sebastiaan Welsend, een gepensioneerde bankmedewerker. Hij is getrouwd met een kleurloze vrouw en heeft een volwassen zoon, met wie hij weinig affiniteit heeft. Zijn herinneringen aan Henriëtte Clinger, een jeugdliefde, beginnen van lieverlee een steeds grotere rol in zijn bestaan te spelen.
Arjen Fortuin is van mening dat door het hele boek 'de treurige constatering klinkt dat in de liefde de werkelijkheid het toch niet haalt bij de herinnering – of bij de verbeelding, want die twee zijn amper van elkaar te onderscheiden.'