Gepubliceerd op 13-06-2017

Shamir (eigenlijk Jazernicki), Yitzhak (1915)

betekenis & definitie

Israëlisch politicus; premier van 1983-84 en 1986-92.

Yitzhak Shamir groeide op in Polen waar hij rechten ging studeren. In 1935 emigreerde hij naar Palestina; in Jeruzalem rondde hij zijn studie af. Vanaf 1937 nam hij deel aan de activiteiten van de Irgoen Zwai Le'oemi, een groepering die zich met geweld tegen Britten en Palestijnen keerde. Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam Shamir de leiding over van Menachem Begin, die in de oorlogsjaren weigerde tegen de Britse overheersers te vechten. Shamir voelde zich niet bezwaard om de Britten te bestrijden en organiseerde ook gewapende acties tegen de Arabieren. Hij werd twee keer opgepakt en naar Eritrea gestuurd, maar wist beide keren te ontsnappen.

Na de Israëlische onafhankelijkheid werkte Shamir van 1955-65 voor de Mossad, de Israëlische inlichtingendienst. Hij sloot zich in 1970 bij de Cheroet-partij aan, de partij van Begin, en nam als afgevaardigde hiervan drie jaar later zitting in de Knesseth, het Israëlische parlement. In 1977 werd hij parlementsvoorzitter en in 1980 minister van Buitenlandse Zaken in de regering van Begin. Shamir toonde zich een havik tegenover de Arabieren en een groot voorstander van de Israëlische invasie in Libanon. In 1983 volgde hij Begin op als premier.

In 1984 vormden Yitzhak Shamir en Sjimon Peres van de Arbeiderspartij een regering van nationale eenheid. De twee politieke leiders spraken af bij toerbeurt premier te zijn. In 1988 werd de coalitie verlengd. Tijdens zijn ambtsperiode ontstond in Israël grote onrust door de Intifadah, de Palestijnse volksopstand in de Gaza-strook die in december 1987 begon. Twee jaar later viel het kabinet door problemen over vredesbesprekingen met de Palestijnen. Shamir slaagde erin zonder Arbeiderspartij een nieuwe regering te vormen met zes religieuze en nationalistische partijen. Na een verkiezingsnederlaag in 1992 trad Shamir af.

< >