Gepubliceerd op 13-06-2017

Sadàt, Mohammed Anwar Al (1918-81)

betekenis & definitie

President van Egypte (1970-81).

Sadàt werd in een dorpje in de Nijldelta geboren als zoon van een verpleegkundige. Hij studeerde in 1938 af aan de militaire academie van Caïro. In 1942 werd hij door de Britten gevangengezet wegens het met Duitse hulp smeden van een complot tegen de Britse overheersers van Egypte. In 1950 sloot Sadàt zich bij de Beweging van Vrije Officieren van Nasser aan. Hij deed mee aan de staatsgreep van 1952 die een einde maakte aan het bewind van koning Faroek. Als goede vriend van Nasser bekleedde hij diverse regeringsposten, onder meer het ministerschap van Buitenlandse Zaken (1955-56) en het vice-premierschap (1964-66 en 1969-70). Na de dood van Nasser in 1970 volgde hij hem op.

In 1972 brak hij met Nassers buitenlandse politiek door de banden met de Sovjetunie te verbreken. Sadàt zag meer heil in toenadering tot de Verenigde Staten. Met een aanval op Israël die in oktober 1973 de Jom Kippoer-oorlog veroorzaakte, probeerde Sadàt de aandacht van de gespannen binnenlandse situatie in Egypte af te leiden. Hij vergrootte zijn prestige in de Arabische wereld aanzienlijk door in de eerste dagen van de oorlog enkele militaire successen te boeken, zoals het doorbreken van de Israëlische verdedigingslinie aan het Suezkanaal. Door interventie van de Verenigde Naties kon het Suezkanaal in 1975 worden heropend.

Na de Jom Kippoer-oorlog begon Sadàt toenadering tot Israël te zoeken. Hij bracht in november 1977 als eerste Arabische leider een bezoek aan Jeruzalem. In 1978 legden Egypte en Israël met de Camp David-akkoorden de basis voor ontspanning in het Midden-Oosten. Op 26 maart 1979 werd er tussen beide landen vrede gesloten. Uit waardering voor het vredesinitiatief kreeg Sadàt in 1978 samen met de Israëlische premier Begin de Nobelprijs voor de vrede.

De vredespolitiek kwam Sadàt echter duur te staan. In 1979 werd Egypte uit de Arabische Liga gezet, terwijl de president op 6 oktober 1981 tijdens een militaire parade door vier fundamentalistische moslim-militairen werd vermoord.