Gepubliceerd op 13-06-2017

Angola

betekenis & definitie

Een land in Afrika dat van 1576 tot 11 november 1975 een Portugese kolonie was, daarna weliswaar zelfstandig was, maar geteisterd werd door burgeroorlog.

De eerste Portugezen landden in 1482 in Angola, wat het begin betekende van een eeuwenlange koloniale band met Portugal. In 1956 ontstond in Angola een nationalistische beweging, de Movimento Popular de Libertaçao de Angola (MPLA, Volksbeweging voor de Bevrijding van Angola). De oorspronkelijke basis van de MPLA was de stedelijke intelligentsia. De beweging ontwikkelde zich onder Agostinho Neto in marxistische richting. Later werden de Frente Naçional de Libertaçao de Angola (FNLA, Nationaal Bevrijdingsfront van Angola) en de Uniao Naçional para a Independéncia Total de Angola (UNITA, Nationale Unie voor de Volledige Onafhankelijkheid van Angola) opgericht. De FNLA had vooral aanhang op het platteland, terwijl UNITA onder leiding van Jonas Savimbi aanvankelijk vanuit Zambia opereerde. Na een felle oorlog tegen Portugal werd Angola in 1975 onafhankelijk.

Na het verkrijgen van de onafhankelijkheid brak een machtsstrijd los tussen de bevrijdingsbewegingen, die al na enkele maanden buitenlandse hulp kregen. De MPLA werd militair gesteund door Cuba en de Sovjetunie, terwijl de UNITA hulp kreeg van Zuid-Afrika en de Verenigde Staten. De FNLA verdween in het begin van de burgeroorlog van het toneel.

In december 1988 werd in New York een akkoord gesloten tussen de Verenigde Staten, Cuba, Zuid-Afrika en Angola, dat voorzag in terugtrekking van de Cubaanse troepen in ruil voor stopzetting van de Zuid-Afrikaanse steun aan de UNITA. De Verenigde Staten bleven de UNITA echter via Zaïre steunen. De oorlog ging door.

In mei 1991 ondertekenden de UNITA en de MPLA in het Portugese Bicesse een vredesakkoord dat een einde maakte aan de burgeroorlog, en verkiezingen onder toezicht van de Verenigde Naties in het vooruitzicht stelde. De oorlog had naar schatting aan een half miljoen mensen het leven gekost; 85 procent van hen waren burgers. De economie was vrijwel vernietigd.

De verkiezingen van september 1992 werden een succes voor de MPLA, die overigens reeds geruime tijd de MPLA-PT (MPLA-Arbeiderspartij) heette. De UNITA weigerde zich bij de uitslag neer te leggen, waardoor de burgeroorlog opnieuw oplaaide.

Op 15 november 1994 werd tussen de regerende MPLA en de UNITA het derde vredesakkoord gesloten. Het verkiezingsproces van 1992 zou worden voltooid, terwijl UNITA-leden in de nationale politiemacht zouden worden ingelijfd. Bovendien zou de UNITA op alle niveaus en in alle instellingen van politieke, bestuurlijke en economische aard participeren. Weliswaar kwam er van uitvoering van de afspraken weinig terecht, maar er werd tenminste nauwelijks meer gevochten. Door de burgeroorlog was Angola straatarm geworden, terwijl vele tienduizenden burgers het slachtoffer waren (en nog zouden worden) van de talloze mijnen waarmee het land was bezaaid.