Gepubliceerd op 13-06-2017

Alia, Ramiz (1925)

betekenis & definitie

Albanees politicus, de laatste leider van het communistische Albanië.

Alia werd in het noordoosten van Albanië geboren als zoon van ouders die na de Eerste Wereldoorlog uit het vooral door etnische Albanezen bewoonde gebied Kosovo in Joegoslavië waren verdreven. Op veertienjarige leeftijd was hij korte tijd lid van de fascistische jeugdbeweging. In 1942 trad hij toe tot de door Enver Hoxha verenigde Communistische Partij van Albanië. Alia vocht als partizaan; hij werd tevens politiek commissaris in het communistische Nationale Bevrijdingsleger. Na de oorlog maakte hij snel carrière in de partij. Alia werd leider van de communistische jeugdbeweging en studeerde vervolgens in Leningrad. Van 1955-58 was hij minister van Onderwijs. In 1956 werd hij lid van het Politbureau en in 1982 volgde zijn benoeming tot staatshoofd. Vanaf 1960 had Alia de supervisie over de agitatie- en propaganda-activiteiten van de partij.

Na de dood van Hoxha op 11 april 1985 volgde Ramiz Alia hem twee dagen later op als secretaris-generaal van de partij. Hoxha had hem persoonlijk als opvolger aangewezen. Alia zette de autoritaire politiek van zijn voorganger grotendeels voort. Albanië bleef een orthodox-communistische staat naar streng stalinistisch model. De revolutie van 1989 in Oost-Europa leidde in het voorjaar van 1990 ook in Albanië tot demonstraties voor democratische hervormingen. Deze demonstraties werden met geweld neergeslagen; veranderingen bleven uit. Eind 1990 kondigde Alia eindelijk hervormingen aan. Het bestuur werd gedecentraliseerd, er kwam meer economische vrijheid en meerdere politieke partijen werden toegestaan. Daarnaast begonnen de relaties van Albanië met Oost en West zich langzamerhand te herstellen. Als onderstreping van de betere betrekkingen met het buitenland werd Albanië in 1991 tot de CVSE toegelaten.

Na de algemene verkiezingen van maart 1992, die door de Democratische Partij waren gewonnen, trad Alia op 3 april als president af. Hij werd in september van datzelfde jaar onder huisarrest geplaatst onder verdenking van verduistering van overheidsgelden, machtsmisbruik en schending van de burgerrechten. In augustus 1993 werd hij overgebracht naar de gevangenis. Een gerechtshof in Tirana veroordeelde hem op 2 juli 1994 tot negen jaar gevangenisstraf. In september werd het vonnis in hoger beroep verlaagd naar acht jaar gevangenisstraf.