Lexicon van de Nederlandse Landstreken

dr. H.A. Visscher (2002)

Gepubliceerd op 24-02-2017

Putten

betekenis & definitie

1. Een landinwaarts van Voorne gelegen deel van de provincie Zuid Holland, dat wordt omsloten door de Bernisse, Oude Maas, het Spui en Haringvliet. Het polderland van Putten is net als dat van het aangrenzende Voorne reeds voor een belangrijk deel in de Middeleeuwen tot stand gekomen. Uit de bodemgesteldheid van de oudere polders blijkt dat de zee er de afgelopen paar duizend jaar van minder grote invloed was dan op Voorne. Als gevolg hiervan zou er in het gebied van Putten vooral ten zuiden van het voormalige dijkdorp Spijkenisse meer veen bewaard blijven.

Aan de noordkant van Putten ontstond bij een grote binnenbocht van de Maas de Welplaat, waar later een conglomeraat kleine bekadingen tot stand kwam. Tussen de Welplaat en het eigenlijke Putten handhaafde zich het Hartelse Gat.
Door een afdamming van de verlandende Bernisse zou Voorne één geheel met het aangrenzende Putten gaan vormen.
In de tweede helft van de twintigste eeuw is de Welplaat met een klein deel van haar omgeving getransformeerd in een haven- en industriegebied, aan de zuidkant waarvan een breed kanaal werd gegraven. Aan de andere kant van het kanaal groeide Spijkenisse uit tot een flinke plaats. Als gevolg hiervan heeft het oude polderland alleen nog aan de westkant van het eiland min of meer zijn vroegere karakter behouden. Daarbij kwamen enkele smalle kreekrestanten in een bij Spijkenisse geplant bos te liggen.
2. Een gemeentelijke bestuurseenheid aan de westrand van de Veluwe, waarvan de hoofdkern dezelfde naam draagt en waaronder verder diverse buurtschappen ressorteren.
3. Een voormalige heerlijkheid ten oosten van Elburg waar onder andere de kastelen Putten en Puttenstein stonden. In 1363 werd de heerlijkheid een leen van de Hertog van Gelre.
Het kasteel Puttenstein werd in 1375 door de bewoners van Kampen geslecht.
4. Een voormalige buurtschap aan de zuidoostkant van Eindhoven.