Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Sonttol

betekenis & definitie

Sonttol, doorvoerbelasting geheven door de koningen van Denemarken. Bij het Traktaat van Spiers (1544) tussen → Karel V en Christiaan III van Denemarken garandeerde de Deense koning de Nederlanders vrije vaart door de Sont tegen betaling van de `gewoonlycke' tollen.

In de 17e eeuw werden de tolgelden steeds verhoogd, terwijl de controle werd verscherpt. In 1643 kwam het havengeld als nieuwe tol erbij. Uiteindelijk zette Holland in 1645 in de Staten-Generaal door dat Witte de With met een vloot van zevenenveertig oorlogsschepen driehonderd koopvaarders door de Sont konvooieerde zonder tol te betalen. Als gevolg van deze actie sloot Denemarken het Verdrag van Christianopel (1645), waarbij de Sonttollen aanmerkelijk werden verlaagd en de visitatie werd afgeschaft. Bij het Redemptietraktaat van 1649 tussen Denemarken en de Republiek werd de Sonttol voor Nederlandse schepen afgekocht tegen een jaarlijkse betaling van driehonderdvijftigduizend gulden. De Sonttoltabellen zijn een belangrijke bron van gegevens over het scheepvaart- en warenverkeer.