Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Ministeriële verantwoordelijkheid

betekenis & definitie

Ministeriële verantwoordelijkheid, in landen met een constitutionele regeringsvorm de verantwoordelijkheid die ministers verschuldigd zijn aan de volksvertegenwoordiging. De ministeriële verantwoordelijkheid wordt onderscheiden in strafrechtelijke en politieke verantwoordelijkheid.

De strafrechtelijke verantwoordelijkheid werd in Nederland ingevoerd bij de gewijzigde grondwet van 1840. Die verantwoordelijkheid houdt in dat de Hoge Raad ministers kan berechten, die in hun hoedanigheid van minister de wet schenden. De liberalen vonden dit ontoereikend, daar deze verantwoordelijkheid slechts betrekking heeft op onrechtvaardig handelen en niet op regeringsdaden. Bij de grondwetswijziging van 1848 werd daarom de politieke verantwoordelijkheid ingevoerd, dat wil zeggen dat ministers verantwoordelijk zijn voor hun regeringsbeleid; dit betreft dus ondoelmatig handelen, zoals verwoord in artikel 55 van de grondwet (tegenwoordig artikel 42): De Koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk. De uitvoering van de politieke ministeriële verantwoordelijkheid hing af van de manier waarop de grondwet zou worden toegepast. In Nederland kwam hier pas in 1868 duidelijkheid over (→ Luxemburgse kwestie). Vanaf dat jaar was duidelijk dat het primaat van de politiek bij de volksvertegenwoordiging lag. Een financiële verantwoordelijkheid zou door een wet worden geregeld, maar die is er nooit van gekomen. De Belgische bepalingen zijn overeenkomstig de Nederlandse.