Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Maria van Hongarije

betekenis & definitie

Maria van Hongarije, (eigenlijk van Habsburg), Koningin van Hongarije en Bohemen, landvoogdes der Nederlanden van 1531 tot 1555, *15.9.1505 Brussel, +17.10.1558 Cigales (Valladolid); dochter van → Filips de Schone en Johanna van Aragon.

In 1522 huwde zij Lodewijk II van Hongarije, die in dat jaar tevens Koning werd van Bohemen. In 1526 sneuvelde hij in een slag tegen de Turken. In 1531 werd Maria door haar broer → Karel V met de landvoogdij over de Nederlanden belast. De keizer had groot vertrouwen in haar bekwaamheid. In de Nederlanden werd zij echter niet populair, omdat zij de belangen van de Nederlanden ondergeschikt maakte aan die van Spanje en de keizer. Ook trad zij streng tegen de hervormden op, hoewel zij veel belangstelling had voor de verzoenende houding van → Erasmus. Deze droeg in 1530 zijn werk De Vidua Christiana aan haar op. Ook voor vele andere aspecten voor de cultuur van de → Renaissance en het → humanisme had Maria grote belangstelling.