Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Kamerijk, Schisma van

betekenis & definitie

Kamerijk, Schisma van, (1093-1106), ontstaan als gevolg van de afsplitsing van Atrecht uit het diocees Kamerijk. Paus Urbanus II maakte van Atrecht een afzonderlijk bisdom om het aan de invloed van de keizer te onttrekken.

Keizer Hendrik IV weigerde in 1093 de → investituur aan bisschop Manasse, die toestemming had gegeven voor de verdeling, en verleende die aan bisschop Walcher, een voorstander van de eenheid van Atrecht en Kamerijk. Hoewel afgezet door het Concilie van Clermont (30.11.1095), bleef Walcher aan als bisschop. De strijd tussen Kerk en Staat, belichaamd door de beide elkaar bestrijdende bisschoppen, werd pas gesust toen Walcher in 1106 Kamerijk verliet en Odo tot bisschop werd gewijd.