Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Hogendorp

betekenis & definitie

Hogendorp, Dirk (sinds 1811 graaf) van, Nederlands politicus, *13.10.1761 Heenvliet, +29.10.1822 Rio de Janeiro; broer van G.K. van → Hogendorp. Van Hogendorp ging in 1783 als marineofficier naar Indië.

In 1786 kwam hij in dienst van de voc. In 1794 werd hij gezaghebber van Java's Oosthoek. Hij kwam in conflict met S.C. → Nederburgh en werd door hem in 1798 gevangen gezet. Van Hogendorp vluchtte in 1799 naar Nederland en kwam in dienst van de → Bataafse Republiek. Hij maakte in 1802 deel uit van de commissie die de regering van advies moest dienen inzake de bestuurs- en handelspolitiek in Nederlands-Indië. Van Hogendorp wilde de regeringsinkomsten baseren op een grondbelasting in natura en op een hoofdelijke omslag. Zo zouden de Javanen van alle gedwongen dienstverleningen worden bevrijd. De meerderheid van de commissie, onder wie Nederburgh, verwierp deze mening. Hierna bekleedde Van Hogendorp diplomatieke functies. In 1810 werd hij adjudant van Napoleon die hem tot graaf verhief. Na Napoleons val werd Van Hogendorp ambteloos burger. Hij vertrok in 1817 naar Brazilië en kocht daar een plantage die een commerciële mislukking werd, doordat hij zijn slaven vrijliet, die prompt niet meer wilden werken. Van Hogendorp leed armoede; het legaat van honderdduizend francs dat Napoleon hem schonk kwam te laat.