Hertog [Oudduits herizogo, die met het leger uittrekt], oorspronkelijk een Germaanse benaming voor de in tijd van oorlog gekozen legeraanvoerder. In de Frankische tijd was hij tijdelijk opperbevelhebber van het leger of van een groep graafschappen; hertogen stonden boven de → graaf.
Door het verzwakken van het centraal gezag konden zij veel macht naar zich toe trekken en werden zij de bezitters van hertogdommen. Tegenwoordig is hertog een hoge adellijke titel in enkele Europese landen.