hertog
...
Wiktionary (2019)
hertog - Zelfstandignaamwoord 1. (adel) geschiedkundige term voor een landsheer, oorspronkelijk van een hoger hiërarchisch niveau dan de graaf, de heerser in een hertogdom
Muiswerk Educatief (2017)
hertog - zelfstandig naamwoord uitspraak: her-tog 1. iemand met een adellijke titel ♢ de hertog woont op een landgoed Zelfstandig naamwoord: her-tog de hertog de hertogen
Marc de Coster (1998)
een - aan zijn reet hebben een homoseksuele relatie hebben. Bargoens. Herkomst? O.a. bij Endt en Frerichs.
Liek Mulder (1994)
Hertog [Oudduits herizogo, die met het leger uittrekt], oorspronkelijk een Germaanse benaming voor de in tijd van oorlog gekozen legeraanvoerder. In de Frankische tijd was hij tijdelijk opperbevelhebber van het leger of van een groep graafschappen; hertogen stonden boven de → graaf. Door het verzwakken van het centraal gezag konden zij veel macht n...
Getty Research Institute (1990)
hertog - Europese edellieden die in het bezit zijn van een hertogdom en als hoogste zijn geclassificeerd in de adelstand.
drs. L.A. Beeloo (1981)
legeraanvoerder bij de Germanen. Werd voor één veldtocht of oorlog gekozen. Bleef vaak na afloop in functie als stamhoofd en bestuurder. Later werd het ook een titel voor aanzienlijke heren met verscheidene hertogdommen onder zich. Tegenwoordig is het een adellijke titel zonder meer. '
H.W.J. Volmuller (1981)
[<Ouddu. herizogo, die met het leger uittrekt], de aanvoerder van de heerban in een gewest van het Frankische Rijk: (later) ook burgerlijk bestuurder met vrijwel onafhankelijk gezag: (thans) hoge adellijke titel in verscheidene Europese landen. Een hertog was oorspronkelijk bij de Germaanse stammen, die geen vast koningschap kenden, een uit de a...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: