Groen van Prinsterer, Guillaume, Nederlands politicus en historicus, *21.8.1801 Voorburg, +19.5.1876 's-Gravenhage. Groen van Prinsterer studeerde rechten en klassieke letteren in Leiden; hij was advocaat in 's-Gravenhage; in 1827 trad hij in dienst van het kabinet van de Koning.
In 1828 bekeerde hij zich in Brussel onder invloed van de hofprediker J.H. Merle d'Aubigné tot het orthodox protestantisme en ging behoren tot de kringen van het → Réveil. Op politiek gebied was Groen van Prinsterer verdediger van het eigen recht van de overheid, onafhankelijk van de volkswil. In 1829 werd hij kabinetssecretaris; in 1833 nam hij ontslag omdat hij niet meer kon instemmen met het beleid van koning Willem I, onder andere ten opzichte van de → Afscheiding. In 1831 werd hij belast met het toezicht op het koninklijke huisarchief; hij begon in 1834 met de uitgave van de Archives ou correspondance inédite de la maison d'Orange-Nassau (eerste serie van acht delen 1835-1847; tweede serie van vijf delen 1857-1861). Groen van Prinsterer nam in zijn boek Ongeloof en revolutie (1847) stelling tegen de Franse Revolutie. Door de in dit boek ontwikkelde denkbeelden wordt hij als de grondlegger van de → Antirevolutionaire Partij beschouwd. In 1840 werd hij lid van de dubbele Kamer; van 1849-1857 was hij lid van de Tweede Kamer; hij bestreed daar fel het liberalisme van → Thorbecke; in 1857 bedankte hij voor het lidmaatschap van de Kamer, omdat de Lager-Onderwijswet Van → Rappard niet met zijn inzichten strookte (→ schoolstrijd). Groen van Prinsterer was van 1862-1866 opnieuw lid van de Tweede Kamer. Hij richtte in 1864 de Confessionele Vereniging op ter versterking van de binding aan de belijdenis van de → Nederlandse Hervormde Kerk.