Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Frederik Hendrik

betekenis & definitie

Frederik Hendrik, graaf van Nassau, prins van Oranje, *29.1.1584 Delft, +14.3.1647 's Gravenhage; zoon van Willem I van Oranje en → Louise de Coligny; hij trouwde in 1625 met → Amalia van Solms Braunfels.

Frederik Hendrik nam deel aan verschillende veldtochten van zijn halfbroer Maurits. Tijdens het → Twaalfjarig Bestand stond hij aan de kant van de → remonstranten, maar hij was te weinig geïnteresseerd in godsdienst en politiek om daadwerkelijk steun te verlenen. In 1625 werd hij stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland en Overijssel en kapitein admiraal generaal van de Unie. In 1640 werd hij ook stadhouder van Groningen en Drenthe. Door zijn reeks veroveringen van steden kreeg hij de bijnaam Stedendwinger. Hij veroverde achtereenvolgens Groenlo (1627), 's Hertogenbosch (1629), Venlo, Roermond en Maastricht (1632), Breda (1637), Sas van Gent (1644) en Hulst (1645). In de binnenlandse politiek streefde hij naar matiging van de tegenstellingen. De remonstranten werden onder zijn bewind met rust gelaten. In 1630 trok hij door de instelling van het → Secreet Besogne de buitenlandse politiek aan zich. Hij streefde naar samenwerking met Frankrijk, waardoor ook de Zuidelijke Nederlanden weer binnen de Republiek zouden komen. In dit streven werd hij echter gedwarsboomd door de leiders van de Hollandse steden. Frederik Hendrik was de eerste stadhouder die een dynastieke politiek probeerde te voeren; zijn aanzien steeg ondermeer door het huwelijk van zijn zoon Willem II met → Maria Stuart, de dochter van de Engelse koning.