Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Fransen van de Putte

betekenis & definitie

Fransen van de Putte, Isaac Dignus, Nederlands politicus, *22.3.1822 Goes, +3.3.1902 's-Gravenhage.

Fransen van de Putte maakte fortuin in Nederlands-Indië en keerde in 1859 als vermogend man naar Nederland terug. Hij maakte naam met zijn geschrift Regeling en uitbesteding der suikercontracten op Java (1860). In 1862 werd hij lid van de Tweede Kamer; in 1863 minister van Koloniën in het tweede ministerie-Thorbecke. In 1864 werd zijn comptabiliteitswet, waardoor voortaan de Indische begroting aan de goedkeuring van de Staten-Generaal werd onderworpen, aangenomen. Hij kwam in conflict met → Thorbecke over het → cultuurstelsel. Fransen van de Putte wilde als → Jong-Liberaal dat het cultuurstelsel werd opgeheven, om de kolonie voor het particuliere kapitaal te openen. Thorbecke meende het `batig slot' (→ batig slotpolitiek) niet te kunnen missen. In februari 1866 trad Thorbecke naar aanleiding van een bijkomstige kwestie uit het ministerie. Fransen van de Putte reorganiseerde het kabinet, werd zelf weer minister van Koloniën, maar trad in hetzelfde jaar af, toen zijn ontwerp-Cultuurwet door een kamermeerderheid (onder wie Thorbecke) verworpen werd. In het ministerie-De Vries-Fransen van de Putte (1872-1874) was hij opnieuw minister van Koloniën; daarna werd hij lid van de Eerste Kamer.