Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Cultuurstelsel

betekenis & definitie

Cultuurstelsel, in Nederlands-Indië (vooral op Java) van 1830-1870 een stelsel van belasting in natura en van gedwongen cultures, ingevoerd door → gouverneur-generaal Van den → Bosch. Aan het cultuurstelsel lag de gedachte ten grondslag dat het gouvernement, evenals vroeger de soeverein, bij wijze van belasting recht had op een gedeelte van de opbrengst van de grond.

Van den Bosch schatte dat gedeelte op twintig procent. Hij bepaalde evenwel dat de inheemsen twintig procent van de grond in opdracht van het gouvernement moesten bebouwen, in plaats van dit percentage van de oogst af te staan. Het gouvernement zou aanwijzen welke gewassen moesten worden verbouwd. Hierdoor werd het cultuurstelsel vanaf de invoering een dwangstelsel.

De hoofdbeginselen van het cultuurstelsel waren: 1. de bevolking staat bij overeenkomst een deel van haar rijstvelden af om produkten voor de Europese markt te telen; 2. dit deel bedraagt twintig procent van de bouwgrond van een desa; 3. de afgestane grond is vrijgesteld van → landrente (pacht); 4. misgewas is voor rekening van het gouvernement; 5. de inlander krijgt plantloon. Spoedig slopen misbruiken in. De ambtenaren die met de aanwijzing waren belast, kregen zogeheten cultuurprocenten van de opbrengst. Omdat zij dus geldelijk voordeel bij een grote opbrengst hadden, wezen zij de beste gronden aan en verlangden meer dan twintig procent. Soms eisten zij zelfs alle velden op, wat voor de bevolking tot hongersnood kon leiden. Tevens bleef de landrente gehandhaafd, evenals de herendiensten, terwijl het plantloon willekeurig en steeds te laag werd vastgesteld. Zo was het cultuurstelsel alleen voordelig voor de Nederlandse schatkist (→ batig-slotpolitiek; totale opbrengst 823 miljoen gulden) en voor de → Nederlandse Handel-Maatschappij, die gouvernementsprodukten tegen hoge commissies in → consignatie verhandelde.

In Nederland ontstond verzet van de zijde van de → Jong-Liberalen, die exploitatie van Indië in vrije concurrentie wilden, alsmede verzet op ethische gronden. Grote indruk maakte het boek Max Havelaar van → Multatuli.

De afschaffing van het cultuurstelsel begon in 1865 bij de onvoordelige cultures van indigo, cochenille (een scharlaken kleurstof), tabak en thee. Het stelsel werd vervangen door een andere agrarische wetgeving van minister De → Waal (→ Agrarische wet; → Suikerwet). De enig overgebleven gedwongen cultuur (koffie) werd geleidelijk afgeschaft. Het laatste overblijfsel van het cultuurstelsel werd pas in 1920 opgeruimd.