Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Christelijke Volkspartij

betekenis & definitie

Christelijke Volkspartij (cvp), Belgische politieke partij, die in 1945 de plaats innam van het vooroorlogse → Katholiek Blok. De cvp onderscheidt zich van dit Blok door haar centrale leiding, doordat alleen individuen en geen belangengroeperingen lid kunnen zijn en haar niet confessioneel karakter.

De grondbeginselen van de cvp werden vastgelegd in haar programma van 1945. Hierin werd gesteld dat de partij openstaat voor niet gelovigen die de waarde van het christendom voor de westerse beschaving erkennen en dat zij streeft naar een maatschappij op christelijke grondslagen. In 1986 werden de vernieuwde uitgangspunten vastgelegd in het manifest Geloof, hoop en toekomst, waarbij de partij zich een `niet confessionele saamhorigheids en ledenpartij' noemde. De cvp had, onder andere dankzij haar optreden in de → koningskwestie, van 1950 tot 1954 in de Kamer de absolute meerderheid. Ook daarna was haar invloed zo groot dat zij, op de periode 1954 1958 na (regering Van Acker), sinds 1950 aan alle kabinetten heeft deelgenomen. In de eerste helft van de jaren zestig leed de partij evenwel grote verkiezingsnederlagen. Een deel van de kiezers stapte over naar de → Volksunie. Binnen de partij begonnen zich een Nederlandstalige en een Franstalige vleugel af te tekenen (→ Taalkwestie). De kwestie Leuven bleek het breekpunt: in april 1969 werd de cvp heropgericht als Nederlandstalige partij. De Franstalige christen democraten gingen verder als → Parti Social Chrétien (psc).

< >