Adolf van Egmond, hertog van Gelre en graaf van Zutphen (1465-1471), *1438 +(gesneuveld) 27.6.1477 bij Doornik; zoon van → Arnold van Egmond. Adolf trachtte de positie van zijn vader Arnold in Gelre over te nemen.
Hij werd hierin gesteund door zijn oudoom → Filips de Goede (van Bourgondië), die zijn oog op Gelre had laten vallen en een gunstig moment afwachtte om zijn rijk met dit hertogdom uit te breiden. In 1465 zette Adolf zijn vader gevangen en nam het bestuur van Gelre in eigen hand. Toen Adolf zijn doel had bereikt, werd de steun van Filips de Goede tot een last; hij trachtte zich nu van diens invloed te ontdoen om aldus de zelfstandigheid van zijn hertogdom te waarborgen. Op zijn beurt kon Arnold nu echter op Bourgondische steun rekenen; met behulp van hertog → Karel de Stoute wist hij in 1471 zijn hertogdom te heroveren. Adolf werd gevangengezet. Na Karels dood in 1477 werd Adolf door de Vlamingen bevrijd, maar sneuvelde aan het hoofd van een Vlaams leger op het moment dat de Staten van Gelre hem als hertog hadden erkend.
