Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Gepubliceerd op 11-06-2020

Verbranding

betekenis & definitie

1ste graad: rode verkleuring; 2de graad: blaren; 3de graad: vernietiging van

weefsels tot verkoling. Bijv. door vloeistoffen of stoom spreekt men ook van verschroeien; door zuren en logen van corrosie. V. die meer dan '/3 van het huidoppervlak beslaan, zijn altijd levensgevaarlijk, meer dan de helft vrijwel altijd dodelijk. Eerst in schone doeken, die in lijnolie of St. Janskruidolie gedrenkt zijn, wikkelen. Inwendig: olijfolie.

Sap vasten. Homeopathie: Arsenicum D4, Echinacea 0, Arnica D3; bij beginnende ettering: Hepar sulfuris D6. Biochemie: Ferrum phosphoricum D6 bij lste graads v; Natrium muriaticum D6 bij 2de graads v; Kalium phosphoricum D6 bij 3de graads v. Kalium chloratum D6, Silicea D12 bij brandwonden; Calcium fluoratum D12 bij verharde littekens. Bij etteren Kalium phosphoricum D6, Natrium muriaticum D6, Natrium phosphoricum D6. Kleine brandwonden verzorgen met brandverband. St.Jansolie: lijnolie, verse bloemen van St. Janskruid daarin doen, in de zon zetten, iedere dag schudden en na 14 dagen filtreren.