Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Gepubliceerd op 11-06-2020

Oor

betekenis & definitie

gehoor- en evenwichtsorgaan. De opening naar buiten toe is omgeven door de oorschelp, die uit kraakbeen bestaat.

De uitwendige gehoorgang leidt naar het middenoor, dat afgesloten wordt door het trommelvlies, dat schuin staat. Het middenoor is een kleine ruimte die tussen het trommelvlies en de benige wand van het binnenoor (labyrinth) ligt.Naar onder loopt het uit in een slijmvliesbuis (tuba of buis van Eustachius), die achter de huig in de keelholte uitmondt en staat zo in verbinding met de buitenlucht. Naar boven verwijdt het middenoor zich in het bot tot de zgn. trommelholte, die grenst aan het tepelvormige uitsteeksel. In deze trommelholte ligt het merendeel van de gehoorbeentjes, hamer, aambeeld en stijgbeugel; deze zijn beweeglijk met elkaar verbonden en geven de bewegingen van het trommelvlies door aan het binnenoor. De hamer is voor een deel vast verbonden met het trommelvlies, de stijgbeugel drukt met zijn platte kant op een van de twee met een membraan afgesloten openingen in de benige wand van het binnenoor en brengt zo de druk van de geluidsgolven van het trommelvlies over op het vliezige labyrinth en daardoor op de organen van het binnenoor.