Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Gepubliceerd op 11-06-2020

Kinkhoest

betekenis & definitie

(pertussis); besmettelijke kinderziekte, overgedragen door de kinkhoesbacil. Tast in de eerste plaats de bovenste luchtwegen aan en hoe jonger het zieke kind, hoe zwaarder het verloop van de ziekte.

Begint met lichte ziekteverschijnselen en catarre van de bovenste luchtwegen. Na 1-2 weken komt daar het kink- of kramphoeststadium bij. Veelvuldig herhaalde hoestaanvallen, die speciaal ’s nachts optreden. Opgeven van grote hoeveelheden slijm; er kunnen zich ook bloedingen uit neus en mond voordoen, evenals ten gevolge van de kracht van de hoeststoten bloedingen onder het bindvlies van het oog kunnen optreden. Na verloop van enkele weken ebt dit hoeststadium weg en gaat het over in een algeheel catarraal stadium. Daarbij kunnen long- en middenoorontsteking tot ontwikkeling komen. Vaak krijgt de patiënt ook mazelen; besmetting is in de eerste plaats in de eerste 5-6 weken van de ziekte mogelijk.

In tijden van epidemie moet men bedenken, dat niet ieder geval van k. gepaard gaat met de kenmerkende hoestaanvallen; iedere catarrale ziekte kan een verborgen k. zijn, die besmettelijk kan zijn. Babies en kinderen jonger dan 3 jaar lijden erg onder deze ziekte en zo mogelijk moet men ze tegen besmetting beschermen. Behandeling: kamer luchten, buitenlucht behandeling, zonnebehandeling. Iedere 2 uur wassing van het gehele lichaam, voor afleiding lendenwikkels in de vroege morgen, ’s middags en ’s avonds, ’s Nachts de wikkels na iedere aanval vernieuwen. Bij gebrek aan eetlust vasten. Anders groenten, fruit, magere melk de voorrang geven in het dieet; geen vet en zoetigheid. Thee van blad van de echte kastanje, kruid van tijm, lavendel, zonnedauw, wilde rozemarijn, ereprijs.Thee: 1 theelepel zonnedauw, 1½ theelepel tijm, 2 theelepels vlierbloesem, 2 theelepels heemst wortel, 1 theelepel anijs, 1 theelepel op 1 kopje water 6-12 uur koud laten staan en even kort opkoken. 3 maal daags een kopje. Homeopathie: Belladonna D3-6, Magnesium phosphoricum D6, Hepar sulfuris D3, Coccus cacti D2, Kalium bichromicum D4, Ipecacuanha Dl-6, Arnica D3, Drosera D2-10, Tartarus emeticus D4-6, Veratrum D3-6. Biochemie: Kalium phosphoricum D6, Ferrum phosphoricum D6, Kalium chloratum D6, Magnesium phosphoricum D6, Calcium phosphoricum D6, Silicea Dl2 afwisselend met Natrium sulfuricum D6.