Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Gepubliceerd op 11-06-2020

Jicht

betekenis & definitie

(arthritis urica): hoort tot de bijzondere vormen van reumatische gewrichtsziekten, waarbij het stofwisselingsgebeuren bijzonder op de voorgrond treedt. Onder de stofwisselingsslakken, die in het weefsel opgeslagen worden, spelen de urinezuren een opvallende rol.

De urinezuurspiegel van het bloed is daarbij verhoogd. De natuurgeneeskunde beschouwt de urinezuren alleen als een bijzonder aanwijsbaar aandeel in de stofwisselingsslakken, maar neemt ook andere, niet altijd afzonderlijk aanwijsbare slakken van anorganische en organische aard aan, die bij alle stofwisselingsstoomissen een rol spelen. De urinezuren worden voornamelijk in het kraakbeen en in de omgeving daarvan opgeslagen. In de omgeving van de gewrichten en in het oorkraakbeen worden daardoor knobbels gevormd, die uit zuiver, scheikundig gemakkelijk aantoonbare urinezuren bestaan (tophi). J. is bij een bepaalde erfelijke aanleg het gevolg van een ondoelmatige en onnatuurlijke leefwijze.In de eerste plaats is vlees een bron van overmatige vorming van urinezuren, en gebruik van alcohol bevordert het proces. Begint met hevige pijn in een klein gewricht; grote teengewricht: podagra; handgewricht: chiragra. Roodkleuring, zwelling, pijn. Daarbij vaak koorts, terneergeslagenheid, gebrek aan eetlust. Bij langere duur verstijven en verdikking van de gewrichten. Nieren neigen tot schrompelen, en de bloeddruk stijgt. Behandeling: vegetarisch voedsel.

Tijdens aanval warme behandelingen. Hooibloemen-, haverstro-, aardappelzakken. Ligbaden met hooibloemen of haverstro met pakking, dampbaden voor het gehele lichaam, Schlenzbaden, hooibloemenhemden, hooibloemenwisselvoetbaden. Later overgaan op koude behandelingen. Wassingen van gehele en bovenlichaam, begietingen, zitbaden, watertreden, Spaanse mantel. Inwendig: herfsttijloostinctuur of -wijn 3 maal 10-40 druppels opvoeren tot het optreden van de eerste diarree.

Walnootschiilenthee. Homeopathie: Aconitum D3, Belladonna D3-4, Apis D3, Colchicum D2-4, Bryonia D3-6, Mercurius solubilis D4, Abrotanum Dl-2. Biochemie: Ferrum phosphoricum D6 afwisselend met Natrium phosphoricum D6, Silicea Dl 2, Calcium phosphoricum D6, Calcium fluoratum Dl2, Natrium muriaticum D6.