Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Gepubliceerd op 11-06-2020

Afweermechanismen

betekenis & definitie

hebben tot doel van buiten op het lichaam inwerkende schadelijke invloeden af te weren. Zij reageren uit zichzelf op dergelijke prikkels.

Tot deze a. behoren de verdeling van het bloed, uitscheiding in het bijzonder de zweetuitscheiding -, ontsteking in alle vormen, braken, bespoedigen van de werkzaamheid van de darm, koortsontwikkeling en de gehele warmteregulatie, vorming van antistoffen, enz. in het bloed, en nog vele andere. Acute ziekte is meestal de inzet en het verloop van dergelijke a. tegen schadelijke invloeden. Wanneer de a. niet als overwinnaar uit de strijd komen, dan is het gevolg een chronisch minder hevig verloop van de ziekte ten teken dat de afweer onvoldoende is. De a., die door de natuur instinctief en uit zichzelf aan het werk gezet worden, zijn tegelijkertijd het ziekte- en genezingsproces. Zij zijn een uiting van de natuurlijke geneeskracht en van de ’’inwendige arts”. Deze arts mag men in zijn werkzaamheden nooit belemmeren; men moet zijn werk daarentegen met alle mogelijke middelen steunen. Bij chronische ziekten moeten de a. dikwijls eerst weer opgewekt en in een acuut stadium in het ziekteverloop gebracht worden (omschakelen), opdat de weg vrijgemaakt wordt voor het genezingsproces.De natuurgeneeswijze is in wezen genezing via de zelf-regularisatie van het lichaam.