Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Răpax

betekenis & definitie

pācis

1. naar zich toe rukkend, grijpend, meesleurend, snel, ventus, Ov., ignis, Ov., vand. als bijnaam van het 21ste legioen (daar dit als ’t ware alles zegevierend meesleepte); overdr., geschikt om zich toe te eigenen, c. g e n., Cic.
2. roofzuchtig, roofziek, s u b s t., rover, Cic.; poët. overdr., Orcus, Hor.