Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 16-11-2021

contĭnŭō

betekenis & definitie

1. adv. onmiddellijk, terstond daarop, terstond. | (bij gevolgtrekkingen in negatieve zinnen of daarmee gelijkstaande vragen) niet terstond, daarom nog niet terstond, en zo in vragen: soms terstond? daarom terstond?

2. contĭnŭō (1), samenhangend maken,
I. (in de ruimte),
a. (met iets anders): van twee of meer zaken = onmiddellijk aaneenschakelen, - verbinden, onafgebroken laten voortlopen, binas aut amplius domos, Sall., scuta inter se, Liv., pass. mediaal, aliae (atomi) alias apprehendentes continuantur, Cic., priusquam continuarentur hostium opera, zich in het rond sloten, Liv.; overdr., continuare verba, Cic. | (iets aan iets anders) onmiddellijk schakelen, - voegen, - zich doen aansluiten, - doen grenzen, aedifiicia moenibus, Liv., latus lateri, Ov.; pass. mediaal = zich onmiddellijk aansluiten.
b. (in zich zelf) = onafgebroken voortzetten, - laten voortlopen, verder uitbreiden, agros of fundos, afronden, Liv., Cic., pontem, voltooien, Tac., divinus et continuatus spiritus, zonder leemten, ongedeeld, Cic.

II. (in de tijd),

a. (met iets anders): van twee of meer zaken = onmiddellijk op elkaar laten volgen, funera, lijkstoet aan lijkstoet scharen, Liv., dapes, de ene lekkernij na de andere brengen, Hor., diem noctemque potando, in eens door dag en nacht drinken, Tac. | (iets op iets anders) onmiddellijk laten volgen, transcendendo media summa (de hoogste plaatsen) imis, Liv., aedilitati praeturam, Vell.; pass. mediaal = onmiddellijk volgen op, aliis somno mors continuata est, Liv.
b. (hetzelfde) onafgebroken voortzetten. | (een ambt) ook het volgende jaar waarnemen, - behouden, magistratum, Sall.; - laten waarnemen, nog een jaar verlengen, alci magistratum, Liv.

< >