ĭi, n. (bij dichters ook plur.) het atrium; in het Romeinse huis de voorste en tevens grootste overdekte zaal, de voorhof, waarin zich de beelden der voorouders (imagines) bevonden, en die als verzamelplaats der familie en als spreekkamer dienst deed; meton. = huis, paleis. | als openbaar gebouw, atria auctionaria, venduhallen. | in of bij tempels, b.v. atrium Libertatis (op het forum), waar het archief der censoren was, criminele onderzoekingen plaats hadden, lotingen gehouden en wetten aangeslagen werden. | atrium Vestae of regium, een deel der regia Numae, het verblijf der priesteressen van Vesta.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk