ae, f.
1. eig., vlakte, vlak, in 't alg., campi, Ov. | in 't bijz., open plaats, plein bij tempels en paleizen; speel- en worstelplaats, wandelplaats voor de jeugd; plaats, waarop een huis staat of staan kan, erf; binnenplaats; dorsvloer (een open plaats op het veld); renbaan in de circus, vand. fig., et patet in curas area lata meas, een groot veld, Ov., haec animo area facta meo est, strijdperk, Ov.; tuinbed, akker; vinkenbaan.
2. overdr., kring (om zon of maan); vlak, ook = oppervlakte (in de geometrie).