(1), (radix), het gewoonlijk naar beneden groeiende deel van de plant, dat meestal in de grond dringt. De W. draagt geen bladeren is dus niet geleed.
We onderscheiden hoofd-W'., en zij-W. (takken van de hoofd-W.) en bij-W. (komen te voorschijn uit stengeldelen). De HoofdW. is vertakt of on vertakt en dan draad-, pen- of knolvormig. Bijzondere bij-W. zijn hecht- en klimW. W. dienen voor de bevestiging van de plant in de bodem en voor het opnemen van de voedingsstoffen;(2) (Wisk.), de W. uit een getal a is het getal b, dat met zichzelf vermenigvuldigd a oplevert; men schrijft: b = √a. Ook duidt men met W. een mogelijke oplossing van een hogere machtsvergelijking aan.