De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Vrouwenbeweging

betekenis & definitie

streven der vrouwen naar gelijkstelling met de mannen, in staatkundige rechten, in de beroepsarbeid en in het huwelijk. Dit streven, ook wel Feminisme genoemd, is in moderne tijden het eerst naar voren getreden tijdens de Franse Revolutie.

In Ned. verscheen in 1795 reeds een pamflet, waarin werd aangedrongen op deelneming der vrouwen aan de regering. In 1883 zette mej. dr Aletta Jacobs de strijd voor het vrouwenkiesrecht in, welke haar bekroning vond in 1920, toen op voorstel van mr Marchant het actief vrouwenkiesrecht in de wet werd vastgelegd, nadat de Grondwet van 1917 de vrouwen reeds het passief kiesrecht had toegekend. Beroepsarbeid voor de vrouwen was ca 1850 nog vrijwel onbekend: alleen vrouwen uit de armste lagen werkten uit nood in loondienst, en verrichtten dan slechts zeer ondergeschikt werk. In de loop van een eeuw hebben zich echter vrijwel alle beroepen en betrekkingen voor haar geopend, laatstelijk (na W.O. II) ook die van rechter, notaris en burgemeester. In de jaren 30 deed zich echter een reactie gevoelen tegen arbeid door gehuwde vrouwen (in verband met werkloosleid).Wat betreft de positie der vrouw in het huwelijk, bepaalt de Ned. wet nog steeds, dat de man het hoofd der echtvereniging is en dat de vrouw hem gehoorzaamheid is verschuldigd. Dit zal voor afzienbare tijd wel zo blijven, daar zowel de R.K. als de Orthodoxe Protestanten zich op Schriftuurlijke gronden tegen verandering hiervan verzetten. Desniettemin neemt de vrouw ook in het gezin een veel zelfstandiger plaats in dan 100 jaar geleden. Zo is reeds in 1901 de vroegere vaderlijke macht vervangen door de ouderlijke macht, terwijl bij het nieuwe kinderrecht van 1947 de bevoegdheden der moeder nog zijn vergroot. Thans (Aug. 1949) is een wetsontwerp in vergevorderde staat van voorbereiding, waarbij aan de gehuwde vrouw de handelingsbevoegdheid zal worden verleend.