De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Vlaanderen

betekenis & definitie

(1), Nederlands sprekende noordel. helft van België, z Vlamingen;

(2) vroeger een graafschap aan de Noordzee, behoort thans deels tot België, Ned. en Frankrijk, omvatte nagenoeg de tegenw. prov. W.- en O.-Vlaanderen, Zeeuwsch Vlaanderen en Frans-Vlaanderen. Oorspr. door Kelten bewoond, daarna door Menapiërs, Morinen en Atrebaten, maakte deel uit van de prov. Belgica secunda; bij verdrag van Verdun (843) kwam het grootste deel (Kroon-Vl.) aan Frankrijk, het kleinste (Rijks-Vl., ten O. van de Schelde) aan Duitsland. Het kleine graafschap VI. werd door Karel de Kale aan Boudewijn I met de Ijzeren Arm geschonken. Boudewijn II en Arnulf I breidden het gebied uit tot aan de Canche, Boudewijn IV en Boudewijn V bemachtigden de Vier Ambachten, de Zeeuwse eilanden en het land van Aalst.

Boudewijn VI verenigde Vlaanderen en Henegouwen. Boudewijn IX werd in 1202 tot keizer van het H. Roomse keizerrijk gekr. Onder Guy van Dampierre versloegen de Vlaamse legers Philips de Schone in de Slag der Gulden Sporen (1302). Grote bloei van handel en nijverheid in de 13e eeuw met Gent, leper en Brugge, waarvan de vrijheidszin herhaaldelijk tot conflicten met de graven leidde. Jacob van Artevelde stond aan het hoofd van de democratische steden in het verzet tegen Lodewijk van Nevers, richtte een stedenbond op en sloot een verbond met Edward III van Engeland, doch werd vermoord.

Lodewijk van Male's enige dochter, Margareta, huwde met Philips de Stoute, hertog van Bourgondië, die aldus in het bezit van VI. kwam. Van dan af maakte VI. de lotgevallen mede van de Belg. provinciën onder de Bourgondische, Habsburgse, Spaanse en Oostenrijkse huizen, onder de Franse heerschappij, in het koninkrijk der Ver. Nederlanden en sedert 1830 in het koninkrijk België. Het grondgebied werd in de loop der tijden echter ingekrompen: Staats-Ff. ging over naar de Republ. der Ver. Nederlanden (1648), Fr.-W. naar Frankrijk (Lodewijk XIV).

< >