Men onderscheidt zoetwater- of binnenvisserij, kust- en zeevisserij, waarvan de zoetwatervissen) de oudste, de zeevisserij daarentegen de belangrijkste is.
Alleen bij de zeevisserij heeft zich het grootbedrijf ontwikkeld, in het bijzonder bij de stoomtrawlvisserij, die in Nederland krachtig is ontwikkeld na de opening van de vissershaven te IJmuiden op 1 Juli 1906. In open zee, d.i. buiten de territoriale grenzen, mogen volgens het volkenrecht alle volken zonder beperkende bepaling vissen.
Onder kustvisserij wordt verstaan de visserij in de Dollard, de Lauwerszee, Waddenzee, Zuiderzee, Zuidhollandse en Zeeuwse stromen, de zeegaten en de territoriale wateren.
Tot de binnenvisserij, in de zin der Visserijwet, behoren alle door sluizen of duikersluizen van kustwateren afgesloten wateren, benevens de rivieren.
Evenals de kustvisserij in de verschillende gebieden (met uitzondering van die in de territoriale wateren) is ook de binnenvisserij bij de wet geregeld.
