algebraïsche tweede-graadsvergelijking van de gedaante ax2 + b x + c = o; x stelt een nader te bepalen getal voor; a, b en c zijn bekende getallen, de coëfficiënten. De beide getallen x1 en x2, die aan deze vergelijking voldoen, de wortel, vindt men met behulp van de formule:
x1,2 = ( — b ± √(b2 — 4ac) ) / 2a