De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Universiteit

betekenis & definitie

(Lat. universitas, gemeenschap, nl. oorspr. van professoren en studenten), instelling van hoger onderwijs, die in tegenstelling met de hogeschool* het gehele gebied van het menselijk weten omvat, daartoe onderverdeeld in versch. faculteiten*. De U. is ontstaan in de middeleeuwen (12e en 13e eeuw) en ontwikkelde zich uit de kathedrale scholen of de oude stadsscholen.

De oudste instellingen, waaraan het begrip U. vorm kreeg, zijn met name de hogescholen van Parijs, Bologna en Oxford, die als voorbeeld dienden voor talrijke andere. Gedurende de verdere middeleeuwen zijn zij de voornaamste draagsters geweest van het culturele en wetensch. leven. In de Renaiss. kwam de benaming academia i.p.v. universitas op de voorgrond. De moderne U. beoogt een tweevoudig doel, nl. de vorming en voorbereiding tot zelfstandige beoefening der wetenschappen en tot het bekleden van maatsch. betrekkingen, waarvoor een wetensch. opleiding vereist wordt.In Ned. bestonden in de tijd der republiek U.-en te Leiden (de oudste van Ned.; 1575), Franeker, Harderwijk, Groningen en Utrecht. Thans bestaan in Ned. 3 rijks-U.-en: Leiden, Groningen, Utrecht; één gemeentelijke te A’dam, alsmede 2 bijzondere U.-en : de Vrije (gereformeerde) te A’dam (opger. 1880) en de katholieke te Nijmegen (opger. 1923).

De oudste Belg. U. is de katholieke te Leuven (1425), de enige tot aan de Fr. tijd (Ned. en Fr.). In 1817 werden de Staats-[7.-en te Luik (Frans) en Gent (Ned.) opgericht, in 1834 de Vrije U. te Brussel.